Je werkt in de zorg en wilt je laten bijscholen óf je wil gaan werken in de zorg. Het liefst wil je dit op een kleinschalige, persoonlijke en gezellige opleiding doen. Bij ROC A12 ben je aan het juiste adres.
Het mbo heeft BOL- en BBL-opleidingen. De Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) houdt in dat je volledig dagonderwijs volgt. Dat wil niet zeggen, dat je elke week in de schoolbanken zit. Integendeel! De BOL-trajecten kenmerken zich door veel leren in de praktijk. Je gaat op excursies, we nodigen gastdocenten uit, bezoeken bedrijven en werken met simulaties. BBL staat voor de Beroeps Begeleidende Leerweg. Dat houdt in dat je meestal één dag in de week naar school gaat en daarnaast minimaal 20 uur per week werkt.
Een opleiding bestaat uit leertaken en ondersteunend onderwijs (lessen, workshops, computeropdrachten, vaardigheidstrainingen, e.d.). Een leertaak is een praktijkgerichte opdracht waar kennis, vaardigheden en beroepshouding (competenties) kunnen worden ontwikkeld. Voor elke opleiding is er een kwalificatiedossier. In een kwalificatiedossier staat de beroepsbeschrijving van je beroep. Kerntaken, werkprocessen en competenties vormen samen die beroepsbeschrijving. De kerntaken bestaan uit werkprocessen. Bij elk werkproces is aangegeven welke competenties voor de uitvoering hiervan nodig zijn. Wanneer alle werkprocessen en competenties voldoende ontwikkeld zijn dan ben je klaar voor de proeve van bekwaamheid, die kan leiden tot het diploma en waarin je laat zien dat je op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar werkt. Je kunt bij een BOL- of BBL-opleiding in verschillende niveaus instromen, afhankelijk van je vooropleiding. Een deel van een BOL of BBL-opleiding bestaat uit stages.
BBL-docent Mariëtte Roggeveen benadrukt dat de volwassen en werkende studenten ander onderwijs vragen dan BOL-studenten. ‘De BBL-studenten staan middenin het praktijkveld en weten dus al heel veel. Omdat de meeste docenten ook uit de praktijk komen, verrijken we de lessen tweezijdig met onze opgedane praktijkkennis’.